Protocol luizen en luizencommissie

Hoofdluiscommissie

Op school hebben we een hoofdluiscommissie, die werkt volgens ons protocol Luizen. In de week na elke schoolvakantie controleert de hoofdluiscommissie alle kinderen op hoofdluis en neemt, indien noodzakelijk, maatregelen. Eventueel wordt u voorgelicht. Coördinator is

Algemeen Hoofdluis Protocol

Iedereen kan hoofdluis krijgen. Al zorg je nog zo goed voor jezelf en was je heel vaak je haren, dan kan hoofdluis nog de kop opsteken. Kinderen en ouders schamen zich soms hiervoor en durven het niemand te vertellen. Dat is jammer want het wordt dan te laat ontdekt, waardoor andere kinderen ook luizen krijgen.

Hoofdluis is vooral een probleem voor de omgeving vanwege het besmettingsrisico. Met name op scholen, waar veel mensen/kinderen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de één naar de ander worden overgebracht. Daarom hebben we de volgende regels en afspraken.

Hoofdluisbeleid Wilhelminaschool

  1. Op de Wilhelminaschool wordt na iedere vakantie een hoofdluiscontrole gedaan door de “hoofdluis commissie”; deze bestaat uit een aantal ouders van school.
  2. De leerkracht belt de ouder(s)/verzorger(s) van het kind, waarbij hoofdluis is geconstateerd. Het kind dient zo snel mogelijk (na schooltijd) thuis te worden behandeld met een luizenkam en/of luizendodend middel (we houden rekening met de gevoelens van het kind en sturen hem/haar niet direct naar huis). Voorkom direct hoofd-op-hoofd contact, maar isoleer het kind niet van de rest. 
  3. Het kind kan, nadat het haar is behandeld, weer op school komen. De ouders worden tevens verzocht de overige gezinsleden te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen.
  4. In de klas van het kind/de kinderen waarbij hoofdluis is geconstateerd wordt na twee weken een hercontrole gedaan. Mochten er dan nog neten en/of hoofdluis geconstateerd worden, wordt betreffende ouder/verzorger hiervan op de hoogte gesteld door de leerkracht.
  5. De coördinator zorgt er, waar nodig, voor dat er in de klas uitleg wordt gegeven over hoofdluis. Dit moet voorkomen dat getroffen kinderen worden geplaagd/gepest. 
  6. 14 dagen kammen, nadat bij uw kind luizen is geconstateerd, is nodig omdat eitjes van een luis na 7 tot 10 dagen uitkomen. Wilt u daarom de eerste 14 dagen uw kind thuis DAGELIJKS controleren op hoofdluis? Thuis een besmetting constateren is ook prettiger voor het kind, de ouders en de school. 
  7. Als u thuis toch weer luizen constateert, wilt u dit dan direct behandelen en doorgeven aan de leerkracht? De leerkracht zal dan de luizen commissie op de hoogte brengen.
  8. Als er hoofdluis is vastgesteld op school zal de directie, afhankelijk van de situatie, per keer besluiten wat te communiceren: óf de hele school, óf enkel de ouder/verzorger van het betrokken kind, óf de gehele klas van het betrokken kind wordt ingelicht over de aanwezigheid van hoofdluis.

Hoe te behandelen?

Regelmatig krijgen scholen vragen van ouders over hoofdluis, hoe dit te behandelen en wat er verder moet gebeuren om verspreiding te voorkomen. Hoofdluis kan op de volgende manieren worden behandeld:

Twee maal per dag de haren kammen met een juiste (ijzeren) luizenkam totdat de luizen en neten verdwenen zijn. Over het algemeen moet dit helpen, mits u het zeer nauwkeurig doet. Dat wil zeggen, pluk voor pluk controleren en alle neten en/of luizen die u ziet, ofwel met de kam ofwel met de hand verwijderen. Het kammen moet minimaal 14 dagen gebeuren bij alle gezinsleden, anders heeft het geen zin. Om de neten wat makkelijker los te krijgen kun je het haar bevochtigen met een oplossing van half water en half azijn, antiklit-spray, crèmespoeling (niet uitspoelen!)  of de speciaal daarvoor te kopen middelen.

Voor het behandelen en kaminstructies verwijzen we u naar www.landelijksteunpunthoofdluis.nl voor uitgebreide informatie over het behandelen van hoofdluis. 

Feiten over hoofdluis

  1. Hoofdluizen kunnen niet springen, vliegen of zwemmen, alleen lopen. Direct haar-op-haar contact is de enige manier om het op te lopen.
  2. De luis maakt geen onderscheid tussen schoon of vies haar, met een slechte lichamelijke hygiëne heeft het dus niets te maken.
  3. Alle mensen en diersoorten hebben een eigen luizensoort. Dierenluizen kunnen dus niet overleven op mensen en andersom.
  4. Immuniteit tegen hoofdluis bestaat niet. Er kan voortdurend een (her)besmetting plaatsvinden. Er is onvoldoende bewijs dat preventieve middelen/producten effectief zijn.
  5. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond, dat luizencapes/luizenzakken niet bijdragen aan het voorkomen van hoofdluis. Wanneer luizen gescheiden zijn van het menselijk lichaam kunnen ze maar kort overleven en worden de luizen dusdanig zwak dat een besmetting onwaarschijnlijk is.
  6. Hoewel hoofdluizen niet kunnen zwemmen, verdrinken ze niet tijdens het zwemmen of tijdens het wassen van de haren. Ze kunnen zo’n 2 uur overleven onder water.
  7. Hoofdluis Besmetting via zwemmen is niet mogelijk. Hoofdluizen houden zich heel goed vast aan het haar. Als ze het haar eenmaal los hebben gelaten, zijn ze dusdanig verzwakt, dat ze niet in staat zijn om nieuwe besmettingen te veroorzaken als ze al drijvend per toeval een ander kinderhoofd weten te bereiken.
  8. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van aanvullende maatregelen zoals het wassen van beddengoed, knuffels en kleding. Het advies voor een grondige schoonmaak is niet langer van toepassing. Voor een hygiënisch gevoel en een gevoel van rust, kunt u dit wel doen.