Regels en grenzen

REGELS EN GRENZEN

Hieronder enkele tips bij het stellen van regels en grenzen voor kinderen:

Regels:

  • Stellen ouders vooraf
  • Gelden altijd
  • Vragen om duidelijke uitleg

Grenzen:

  • Daar lopen kinderen tegen aan
  • Zijn niet altijd precies hetzelfde
  • Vragen dus om extra duidelijkheid

Zo worden regels en grenzen duidelijk:

  • Geef tekst en uitleg
  • Maak afspraken met het kind
  • Beloon (liefst heel vaak) gewenst gedrag
  • Geef het goede voorbeeld
  • Straf (met mate) ongewenst gedrag

 

PRAKTISCHE UITWERKING MET VOORBEELDEN

Regels en grenzen zijn nodig

Kinderen zijn kinderen.  Ze  moeten  nog  veel  leren en hebben daarbij  leiding  en aanmoediging  nodig van volwassenen. Door kinderen duidelijk te maken wat u als opvoeder wel en niet goed vindt, leren ze wat u belangrijk  vindt  in het  leven.

Moeder van Dennis (7 jaar): “De regels die ik Dennis leer, zijn eigenlijk basisnormen zoals je aan afspraken houden. Dat vind ik belangrijk voor nu maar ook voor later.”

De wereld is voor veel kinderen groot en onoverzichtelijk. Dan is het fijn als iemand de boel in de gaten houdt. Door duidelijke regels en grenzen weten kinderen wat er van hen verwacht wordt. Dat geeft hen houvast en structuur.

Vader van Koen: “Eigenlijk ben ik de kapitein op een woelige zee. Doordat ik koers houd en de grenzen aangeef, weten mijn matrozen waar ze aan toe zijn en voelen ze zich veilig aan boord.”

Door kinderen met regels en grenzen op te voeden leren ze rekening houden met anderen.

Juf  van Charlotte (4 jaar): “Kinderen moeten leren dat ze niet alleen zijn op de wereld Ik leer ze al snel met regels om te gaan. Hoe verder ze komen op school hoe meer ze met allerlei voorschriften te maken krijgen, zoals bij huiswerk maken of bij sport.”

Kinderen  protesteren

Veel volwassenen vinden het moeilijk om regels en grenzen te hanteren. Want kinderen protesteren tegen regels en dat is niet altijd leuk. Ze geven bijvoorbeeld een grote mond als ze iets niet mogen of blijven zeuren om toch hun  zin te krijgen. Maar door het stellen van regels  en grenzen doet u kinderen niet tekort. Kinderen hebben grenzen nodig. Geef dus niet toe  aan  de druk die kinderen soms uitoefenen. Als u gaat toegeven wordt het de volgende keer  veel moeilijker· om iets van hen gedaan te krijgen. Probeer voor uzelf een evenwicht te vinden tussen streng zijn  en toegeven.

Ieder doet het op z’n eigen manier

Ouders verschillen in wat zij belangrijk vinden en in wat zij toelaatbaar vinden of niet. Dat komt doordat iedere ouder anders is en doordat  de situaties waarin kinderen leven ook verschillen. Met veel ruimte om u heen  is het gemakkelijker om soepel te zijn dan op een  appartement,  twee hoog in de stad. Ook kinderen verschillen. Het ene kind heeft meer regels nodig dan het andere omdat het bijvoorbeeld heel ondernemend is.

Gehoorzamen moet?

Kinderen hoeven niet altijd hun zin te krijgen maar ouders ook niet. We willen graag dat kinderen ontdekken wat zij zelf belangrijk vinden. Ze moeten daarvoor de regels kunnen overtreden en tegen grenzen aan kunnen schoppen. Dat is belangrijk voor hun ontwikkeling. Want wie van ons zou wensen dat een kind zonder meer alles doet wat een ander hem zegt?

Ouders zijn degenen die de regels vaststellen. Zij hebben het overzicht. Maar laat kinderen daar waar mogelijk meedenken. Dat maakt het voor hen gemakkelijker om te luisteren. Ouders doen er goed aan rekening te houden met de behoeften en mogelijkheden van kinderen en niet te hoge eisen te stellen.

Moeder van Jacob en Stella: “Ze moeten elke dag huiswerk maken maar ik laat ze eerst even lekker hun eigen gang gaan, dat hebben ze nodig.

Wat kunt u van ze verwachten?

Een kleuter kan regels al goed onthouden. Niet omdat hij snapt dat het om goed of slecht gedrag gaat, maar omdat een regel in een bepaalde situatie steeds hetzelfde gevolg heeft zoals een boze blik van de ouder. Hij ziet de noodzaak van regels nog niet in, waardoor  het moeilijk is zich eraan te houden. Zeker als de verleiding groot is, is een foutje zo gemaakt.

Vanaf zes jaar weet een kind steeds  beter waarom iets wel of niet de bedoeling is. Hij heeft een innerlijk besef van goed en kwaad. Dit is dan ook de ideale leeftijd om regels bij te brengen en kinderen te betrekken bij het opstellen ervan. Als kinderen eenmaal overtuigd zijn van het nut van· regels  zijn  ze er de grootste bewakers  van! De invloed van wat leeftijdsgenoten vinden en doen wordt  groter naarmate kinderen ouder worden. Dan luisteren ze minder gemakkelijk naar wat een volwassene zegt.

Tips voor ouders van een kind in de basisschoolleeftijd

  1. Versoepel de regels naarmate een kind ouder wordt, maar blijf altijd toezicht houden op wat uw kind doet thuis, buiten en op school.
  2. Een grens aangeven is ook ‘nee’ durven zeggen. Een kind leert hierdoor zijn behoeftes uit te stellen en om te gaan met tegenslag en frustratie!!;
  3. Dreigen met een maatregel die niet uitvoerbaar is heeft geen zin. Zoals: “Lisa als je je nieuwe jas nog eens zo laat rondslingeren gaat hij met de vuilnis meel”
  4. Ook al begrijpen kinderen best dat u de ene dag meer kunt hebben dan de andere, probeer zo consequent mogelijk te zijn.
  5. 0 Soms zijn er grote verschillen in aanpak tussen moeder en vader of andere familieleden. Probeer dan in elk geval op de allerbelangrijkste punten één lijn te trekken.
  6. Als u uw kind iets vraagt, bijvoorbeeld om een boodschap voor u te doen, laat hem dan eerst afmaken waar hij mee bezig is. Ga naar hem toe en kijk hem aan. Geef een duidelijke opdracht en leg zo mogelijk uit waarom u wilt dat uw kind iets voor u doet.
  7. Leer kinderen dat het consequenties heeft  als  er niet naar uw ‘nee’ of uw opdracht wordt geluisterd.
  8. Stel een huisregel in als u steeds dezelfde dingen moet vragen.
  9. Keur het gedrag af, maar niet de gevoelens: “Dani_ je mag best boos zijn op je broer, maar ik accepteer niet dat je  hem slaat!”
  10. Maak samen de regels en afspraken, dan houden kinderen zich er eerder aan. “Pim, dit is al de derde keer dat je de konijnen vergeten bent; hoe kunnen we er voortaan voor zorgen dat je er wel aan denkt?” Kinderen zitten niet altijd te wachten op  onderhandelen over wat ze wel en niet mogen. Soms zijn ze bij ingewikkelde zaken blij als u voor hen een besluit neemt.
  11. Geef zelf het goede voorbeeld, dus houd u aan de regels.
  12. Geef complimenten voor gedrag dat moeilijk is voor uw kind, maar dat u vaker wilt zien: “Dank je dat je even kon wachten, nu heb ik ongestoord kunnen  bellen.”
  13. Bouw aan een band met uw kind. Geef speciale aandacht door regelmatig iets samen te ondernemen of iets leuks te doen. Dan is een  kind  ook eerder  bereid om rekening te houden met u en met anderen. Ook voorkomt u dat straf  nodig is.
  14. Probeer zo min mogelijk te straffen. Van straf leert een kind geen nieuw gedrag. Dat lukt alleen door complimentjes en belonen.

Grenzen aangeven

Een goede manier om grenzen aan te geven is ‘nee zeggen en verbieden’:

  1. Begin met ik: “Ik vind het niet goed ….”;
  2. Benoem het onacceptabele gedrag dat u ziet: “…dat je achter de computer  eet,…..”;
  3. Leg uit waarom: “…want dan kan die kapot gaan”;
  4. Geef zo mogelijk aan wat wel mag: “Eet het maar op aan de keukentafel”;
  5. Laat het overtuigend klinken!

Als nee zeggen en verbieden niet helpt

Als kinderen zich niet aan de afspraken houden en na een aantal waarschuwingen niet willen luisteren, kan het nodig zijn een onplezierige maatregel te nemen.

Maar:

  1. Probeer ongewenst gedrag te voorkomen. Elk kind doet dingen die niet mogen. Het beste is om die situaties zo veel mogelijk te voorkomen. Berg bijvoorbeeld de lucifers goed op.
  2. Kijk naar achterliggende behoeften. Vraag u af wat de reden kan zijn van lastig gedrag. Verveelt uw kind zich bijvoorbeeld, help hem dan iets te bedenken om te gaan doen.

Negeren

Als uw kind blijft doorzeuren en om  aandacht blijft vragen, dan kunt u dit gedrag stoppen door het te negeren. Door niet  meer  te  reageren  en iets anders te gaan doen, laat u zien dat de boodschap duidelijk moet zijn. Loop de kamer uit of ga de krant lezen. Negeer het gedrag van uw kind niet langer dan het lastige gedrag duurt. Geef weer aandacht wanneer het kind gewenst gedrag laat zien. Gevaarlijk gedrag kunt u natuurlijk nooit negeren.

 Apart zetten

Als uw kind zijn gedrag niet meer in de hand heeft en maar doorgaat met schreeuwen of ruzie maken, dan is apart zetten vaak het enige wat u nog kunt doen. Op de gang of op een andere ongezellige (maar geen enge) plek. Voor jonge kinderen is vijf minuten genoeg. Als het weer rustig is, kan het kind terugkomen. Laat hem weten dat u dat fijn vindt.

Straf geven door natuurlijke gevolgen te laten ervaren

Een voorbeeld: Als een kind te laat binnen is, is zijn eten koud geworden.

Straf geven door iets leuks af te nemen

Een voorbeeld: Gaat een kind ondanks waarschuwingen toch door met ballen in de kamer dan gaat de bal in de kast.

Straf geven door iets onplezierigs toe te voegen

Een  voorbeeld:  Vanmiddag  niet  spelen  maar  de eigen kamer opruimen.

Houd uzelf in de hand

Hebt u zichzelf een keer niet in de hand gehad, zeg dan na afloop dat het u spijt. Niemand is een volmaakte opvoeder. Komt het vaak voor, praat er dan eens met iemand over of neem contact op met uw huisarts of met een opvoedspreekuur.
Kinderen vragen om duidelijkheid

Verder lezen:

  • Hans Janssen: ‘Kinderen vragen om duidelijkheid’, Muntinga, Amsterdam;
  • G. Feddema  en  A.  Wagenaar: ‘Als we nou weer  eens gewoon gingen opvoeden’, Unieboek/Van Reemst;
  • M. Schiet: ‘De  peuterpuberteit’, Unieboek/Van Reemst;
  • J.U. Rogge: ‘Kinderen hebben grenzen nodig’, Unieboek/Van  Reemst;
  • A. van Londen e.a.: ‘Vaardigheden  voor ouders’, Harcourt.