Pestprotocol

Dit pestprotocol heeft als doel:

  • Dat alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
  • Als er zich ongewenste situaties voordoen kunnen kinderen en volwassenen elkaar aanspreken op de regels en afspraken die hieronder worden uitgewerkt.
  • Door elkaar te steunen en door wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met plezier naar school te gaan!

Verschil tussen plagen en pesten
Plagen: Is onschuldig, spontaan, voor iedereen leuk, tussen vrienden over en weer. Let op: plagen kan een opstapje zijn naar pesten.

Pesten: Structureel wordt dezelfde persoon bewust pijn gedaan, fysiek en/of geestelijk. Dit gebeurt online en offline.

Om pesten aan te pakken is het belangrijk om het volgende te onderkennen.
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen om het pestgedrag direct te laten stoppen omdat het beschadigend is voor de gepeste en de pester.

Betrokken partijen zijn:

  1. Leerlingen (gepeste kinderen, pesters, de zwijgende en meelopers*);
  2. Leerkrachten;
  3. Ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders).

* Zwijgende kinderen houden zich afzijdig, meelopers sluiten zich aan bij de pesters.

De school probeert pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, wordt het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar gemaakt. 

Als pesten zich voordoet nemen leerkrachten (in samenwerking met de ouders) duidelijk stelling in.

Het is beter om niet het woord slachtoffer te gebruiken, dit suggereert dat er niets aan gedaan kan worden, aan pesten kan altijd wat gedaan worden!

ALGEMENE OPMERKINGEN 

  • Kinderen leren zich gaandeweg hun basisschooltijd hoe je je als mensen tot elkaar verhoudt. Empathie moeten kinderen leren. Kinderen moeten hun sociale grenzen nog opzoeken en uit kunnen proberen;
  • Vanaf 9 jaar is het aanpakken van pesten in een groep het meest effectief. 

Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn

– Een problematische thuissituatie (navragen bij zorgcoördinator);
– Voortdurend gevoel van anonimiteit (zich buitengesloten voelen);
– Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt;
– Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan;
– Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt.

Signalen van pesterijen

  • altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen
  • zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot
  • een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven
  • briefjes doorgeven
  • beledigen
  • negatieve opmerkingen maken over kleding
  • isoleren
  • buiten school opwachten, slaan of schoppen
  • op weg naar huis achterna rijden
  • naar het huis van het slachtoffer gaan
  • bezittingen afpakken/vernielen
  • schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer

Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.

Elke klas heeft een norm

Op grond van een bepaalde norm, zoekt de Pester een Doelwit en krijgt hij medestanders. Er is vaak geen duidelijk, aanwijsbare reden waarom het ene kind gepest wordt en het andere niet.

Iemand die gepest wordt, is nooit de schuldige. 

REGELS DIE GELDEN IN ALLE GROEPEN

  • Gewoonte 4: denk win-win.
  • Gewoonte 5: eerst begrijpen, dan begrepen worden.
  • Gewoonte 6: creëer synergie.
  • Niet: zomaar klikken. Wel: aan de juf of meester vertellen als er iets gebeurt wat je                 niet prettig of gevaarlijk vindt;
  • Vertel de meester of de juf wanneer je zelf of iemand anders wordt gepest;
  • Blijft de pester doorgaan dan aan de meester of juf vertellen. 
  • Word je gepest,  praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden.
  • Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Zij zijn welkom op                  onze school;

Hoe gaan wij als school om met pesten?

  • Op school stellen we het omgaan met elkaar regelmatig aan de orde. Hierbij worden onderwerpen besproken als veiligheid, rollen in een groep, aanpak van ruzies enzovoort;
  • Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met lichamelijk of verbaal geweld worden opgelost maar uitgesproken. 
  • Agressief gedrag van teamleden, ouders en leerlingen worden niet geaccepteerd. Op school wordt  duidelijk stelling genomen tegen dergelijke gedragingen.

AANPAK VAN PESTGEDRAG IN VIER STAPPEN

STAP 1: Er eerst zelf met elkaar uit komen;

STAP 2: Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt, heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de leerkracht voor te leggen.

STAP 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen het pestgedrag op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken.

STAP 4: Bij deze stap worden ouders betrokken.

De leerkracht houdt een gesprek met de pester en de ouders om de gevolgen van het pestgedrag te bespreken.
De fases van oplossen en eventuele gevolgen treden in werking. De maatregelen zijn opgebouwd uit 5 fases:

FASE 1:

  1. Een of meerdere pauzes binnen blijven;
  2. Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn (ouders op de hoogte stellen);
  3. Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem;
  4. Door gesprek: bewustwording voor wat het pesten doet met een ander kind /wat hij met het gepeste kind uithaalt.
  5. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.

FASE 2:
Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. Mocht het nodig zijn om verder te gaan dan wordt gekeken, samen met het pestcoördinaat, welke aanpak het beste aansluit bij het kind.

FASE 3:
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals bijvoorbeeld van een Jeugd- en Gezinswerker, Schoolbegeleidingsdienst, schoolarts van de GGD enzovoort.

Fase 4:
Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen.

Fase 5:
In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.

Zie protocol time-out, schorsing en verwijdering.

Adviezen aan de ouders van onze school

A. Ouders van gepeste kinderen:
1. Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind;



2. Pesten (op school) kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken;

3. Door positieve benadering van uw kind zal het zelfrespect vergroot worden of weer terugkomen;

4. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport;

5. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt;

6. U kunt boeken lezen over sociaal emotionele ontwikkeling (eventueel ook te leen bij de zorgcoördinator) 

B. Ouders van pesters

1. Neem het probleem van uw kind serieus;

2. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden, een kind ontwikkelt zich hier nog in en zoekt sociale grenzen. Soms blijkt het verkeerd uit te pakken;

3. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen;

4. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet;

5. Besteed extra aandacht aan uw kind;

6. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport;

7. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind;

8. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat;

9. U kunt boeken lezen over sociaal emotionele ontwikkeling (eventueel ook te leen bij de zorgcoördinator) 

mei 2022

Namens Kwaliteitskring SEO,  Marjolein Hendriksen